Vaak wordt er geopperd dat de beste muzikanten en muziek uit Groot Brittanie komen. Als liefhebber van zogenaamde ‘intelligente en weldoordachte’ muziek kan ik deze gedachte niet geheel verwerpen. The Beatles, Pink Floyd en Elvis Costello zijn enkele namen die mij zo even te binnenschieten. Hun muziek is van begin tot eind weldoordacht en wordt vaak omschreven als muziek voor ‘intellectuelen’ en eigenlijk niet ten onrechte. Want luister eens naar Sgt. Peppers Lonely Hearts Club Band, The piper at the Gates of Dawm of My Aim Is True. Je kunt dan toch niet anders stellen als dat er een ‘rode lijn’ door het geheel loopt en dat de muziek opgebouwd is uit diverse interessante en uitdagende ‘lagen’. Nee, de gedachte dat Britse muzikanten en hun muziek door de decennia heen toonaangevend zijn geweest, is zo gek nog niet. Toch hebben de jaren tachtig van de vorige eeuw mij enigszins aan het twijfelen gebracht aangaande de veronderstelde muzikale dominantie afkomstig van het eiland. Uiteraard waren er hier ook weer enkele grote Britse bands opgestaan die tekst en muziek in evenwicht wisten te brengen. Wat te denken van The Smiths en Echo and the Bunnyman. In de tijd dat het beleid in Groot Brittanie als gevolg van stakingen en hoge werkeloosheidscijfers onder jongeren onder vuur lag, fungeerden zij als spreekbuis voor een hele generatie. Toch zullen de jaren tachtig op muzikaal gebied vooral voor mij bekend blijven staan als het decennium waarin voornamelijk Britse synthesizerbands met inhoudsloze muziek de hitlijsten vervuilden. Echter aan de andere kant van de oceaan, in de Verenigde Staten, klonken op muziekkanalen frisse nieuwe geluiden in een tijd van wanhoop. De Amerikaanse band R.E.M. was een van hen en werd in korte tijd ‘gebombardeerd’ tot role model onder studenten. Voornamelijk op zogenaamde collegeradiokanalen drongen hun maatschappijbewuste kreten als ‘It’s the end of the world as we know it, and i feel fine’ en ‘Welcome to the occupation’ door tot het gedachtegoed van een generatie, evenals in Groot Brittanie, verstoken van idealen. Wie een goede indruk wil krijgen van het narcistische en zelfdestructieve gedrag onder jonge, vaak welvermogende Amerikaanse studenten als gevolg van het ontbreken van idealen, raad ik aan een tweetal boeken te lezen van het Amerikaanse literaire enfant terrible Bret Easton Ellis, geschreven ten tijde van zijn, om in Village Voice termen te spreken, Brat Pack days. Start dan met The Informers en lees het schitterende maar soms droevige relaas van een groep tieners in L.A. die hun dagen doorbrengen met depressief zijn, drinken, neuken, snuiven en nog meer neuken om uiteindelijk nog depressiever te raken. Op de achtergrond van dit alles valt altijd de kracht en impact van muziek te traceren. Zo klinkt er altijd wel een nummer uit de speakers van bijvoorbeeld R.E.M., Husker Du of Dinosaur Jr. op een uitzichtloos feest, staat de televisie aan en uiteraard op MTV of wordt er gefilosofeerd over wat een bepaalde plaat nu juist zo goed maakt of niet. Voor Ellis is het nihilisme en narcisme van zijn generatie onlosmakelijk verbonden met muziek. Niet geheel ontoevallig heeft hij zijn debuutroman Less than Zero vernoemt naar een nummer van Elvis Costello, evenals zijn nog te verschijnen nieuwe roman Imperial Bedrooms, de sequel op Less than Zero.
Voor The Rules of Attraction, het andere aanbevelenswaardige boek, tapt Ellis eigenlijk uit hetzelfde vaatje. Hij verplaatst alleen het decor van L.A. naar het fictieve universiteitsstadje Camden, maar voert dezelfde acts op. Drank, drugs, seks en zelfmedelijden zijn de main ingredients en gaan altijd gepaard met muziek. Je kunt de muziek bijvoorbeeld bijna horen wanneer je leest dat een van de drie hoofdpersonen, Lauren, eenzaam rondzwerft over de campus, buiten alle bedoelingen om op een feestje terechtkomt, knetterdronken raakt en uiteindelijk seks heeft met een voor haar onbekende NYU filmstudent, terwijl bij deze haast moderne Odyssee de klanken van The Replacements klinken. Hoewel het niet expliciet beschreven staat, kan ik mij zo voorstellen dat Lauren bij haar ‘intermezzo’ met de student moet denken aan zanger Paul Westenberg van The Replacements en hoe deze voor haar zingt; ‘Here comes a regular’..’And everybody wants to be special here’,’everybody wants to be someone’s here’.
De kracht van het schrijverschap van Ellis schuilt dan ook niet in prachtig geschreven zinnen a la Proust of Coetzee, maar moet gezocht worden in de kennis en kracht tot het in elkaar laten versmelten van woord, beeld en geluid. Iets dat na hem veelvuldig geprobeerd is te kopiëren, maar tevergeefs met dezelfde finesse.Muziek is voor Ellis dan ook meer als louter een verbondenheid met zijn generatie die opgroeide in de tijd dat de wereld kennismaakte met MTV. Het is voor hem een essentieel onderdeel van het leven en draagt bij aan de transformatie van jong volwassene naar volwassene. Uiteraard zal deze opvatting snel van tafel worden geveegd wanneer iemand stelt dat het gros van de bevolking het ‘rijpingsproces’ beschouwt en doorloopt als iets dat los staat van de kracht en impact van muziek hierop. Dit kan en mag ik niet tegenspreken. Maar voor een muziekliefhebber als mijzelf valt de opvatting te begrijpen. Voor mij is het verleden niet slechts een verzameling van beelden en gedachten, maar worden deze vergezeld door tal van uiteenlopende klanken die ik in mijn leven voorbij heb horen komen. Zoals de hoofdpersoon Marcel uit A la Recherche du Temps Perdu van Proust reageert op de smaak en geur behorende bij zijn petite madeleine-koekje en dit hem het beelden en gevoelens uit zijn verleden laat doen herleven, zo doet muziek dit bij Ellis en mijzelf. Deze ‘onderlinge verbondenheid’ zorgt er hoogstwaarschijnlijk voor dat ik zijn boeken, die tekstueel eigenlijk niet zoveel voorstellen, van tijd tot tijd nog met grote vreugde herlees en weemoedig wordt naar de dagen val weleer. Objectief ben ik dan ook eigenlijk niet. Wanneer iemand mij namelijk zal vragen naar mijn favoriete schrijverstoptien, dan zal Ellis hierin hoog prijken. Dit terwijl er tal van betere levende en dode schrijvers te noemen vallen, maar voor mij maakt dit niet uit. Net zoals het mij niet uitmaakt of de muziek behorende bij zijn boeken ‘de tand des tijd’ doorstaan hebben. Eerlijkheidshalve heeft eigenlijk alleen R.E.M. dit weten te realiseren, want zeg nou zelf, wie zegt de naam Husker Du of The Replacements in 2009 nog iets? Misschien moet ik terugkomen op mijn veronderstelling dat de jaren tachtig van de vorige eeuw het decennium waren waarin de Amerikaanse artiesten ‘de klok sloegen’ en er openlijk voor uitkomen dat hun muziek eigenlijk alleen geluisterd werd door een select gezelschap van nihilistische en narcistische studenten. Toch doe ik dit niet en loop ik bewust naar de boekenkast en trek The Rules of Attraction eruit. Ik instaleer mijzelf met het boek op de bank en luister naar ‘let it be’ van The Replacements. Eventjes staat de tijd stil en kan ik niet anders stellen als dat de muziek en het geschreven woord tijdloos zijn! Sean Bateman uit The Rules of Attraction zou zeggen Rock and Roll!!!!
Voor The Rules of Attraction, het andere aanbevelenswaardige boek, tapt Ellis eigenlijk uit hetzelfde vaatje. Hij verplaatst alleen het decor van L.A. naar het fictieve universiteitsstadje Camden, maar voert dezelfde acts op. Drank, drugs, seks en zelfmedelijden zijn de main ingredients en gaan altijd gepaard met muziek. Je kunt de muziek bijvoorbeeld bijna horen wanneer je leest dat een van de drie hoofdpersonen, Lauren, eenzaam rondzwerft over de campus, buiten alle bedoelingen om op een feestje terechtkomt, knetterdronken raakt en uiteindelijk seks heeft met een voor haar onbekende NYU filmstudent, terwijl bij deze haast moderne Odyssee de klanken van The Replacements klinken. Hoewel het niet expliciet beschreven staat, kan ik mij zo voorstellen dat Lauren bij haar ‘intermezzo’ met de student moet denken aan zanger Paul Westenberg van The Replacements en hoe deze voor haar zingt; ‘Here comes a regular’..’And everybody wants to be special here’,’everybody wants to be someone’s here’.
De kracht van het schrijverschap van Ellis schuilt dan ook niet in prachtig geschreven zinnen a la Proust of Coetzee, maar moet gezocht worden in de kennis en kracht tot het in elkaar laten versmelten van woord, beeld en geluid. Iets dat na hem veelvuldig geprobeerd is te kopiëren, maar tevergeefs met dezelfde finesse.Muziek is voor Ellis dan ook meer als louter een verbondenheid met zijn generatie die opgroeide in de tijd dat de wereld kennismaakte met MTV. Het is voor hem een essentieel onderdeel van het leven en draagt bij aan de transformatie van jong volwassene naar volwassene. Uiteraard zal deze opvatting snel van tafel worden geveegd wanneer iemand stelt dat het gros van de bevolking het ‘rijpingsproces’ beschouwt en doorloopt als iets dat los staat van de kracht en impact van muziek hierop. Dit kan en mag ik niet tegenspreken. Maar voor een muziekliefhebber als mijzelf valt de opvatting te begrijpen. Voor mij is het verleden niet slechts een verzameling van beelden en gedachten, maar worden deze vergezeld door tal van uiteenlopende klanken die ik in mijn leven voorbij heb horen komen. Zoals de hoofdpersoon Marcel uit A la Recherche du Temps Perdu van Proust reageert op de smaak en geur behorende bij zijn petite madeleine-koekje en dit hem het beelden en gevoelens uit zijn verleden laat doen herleven, zo doet muziek dit bij Ellis en mijzelf. Deze ‘onderlinge verbondenheid’ zorgt er hoogstwaarschijnlijk voor dat ik zijn boeken, die tekstueel eigenlijk niet zoveel voorstellen, van tijd tot tijd nog met grote vreugde herlees en weemoedig wordt naar de dagen val weleer. Objectief ben ik dan ook eigenlijk niet. Wanneer iemand mij namelijk zal vragen naar mijn favoriete schrijverstoptien, dan zal Ellis hierin hoog prijken. Dit terwijl er tal van betere levende en dode schrijvers te noemen vallen, maar voor mij maakt dit niet uit. Net zoals het mij niet uitmaakt of de muziek behorende bij zijn boeken ‘de tand des tijd’ doorstaan hebben. Eerlijkheidshalve heeft eigenlijk alleen R.E.M. dit weten te realiseren, want zeg nou zelf, wie zegt de naam Husker Du of The Replacements in 2009 nog iets? Misschien moet ik terugkomen op mijn veronderstelling dat de jaren tachtig van de vorige eeuw het decennium waren waarin de Amerikaanse artiesten ‘de klok sloegen’ en er openlijk voor uitkomen dat hun muziek eigenlijk alleen geluisterd werd door een select gezelschap van nihilistische en narcistische studenten. Toch doe ik dit niet en loop ik bewust naar de boekenkast en trek The Rules of Attraction eruit. Ik instaleer mijzelf met het boek op de bank en luister naar ‘let it be’ van The Replacements. Eventjes staat de tijd stil en kan ik niet anders stellen als dat de muziek en het geschreven woord tijdloos zijn! Sean Bateman uit The Rules of Attraction zou zeggen Rock and Roll!!!!